Voor de klimaattransitie zijn grote investeringen nodig in duurzame producten, processen en ketens, onderzoek, innovatie en scholing. Door de snelle afbouw van de gaswinning en de CO2-reductie gaan naar schatting zo’n 20.000 banen in Noord-Nederland verloren. Tegelijkertijd biedt de transitie ook kans op nieuwe banen en op nieuwe economische activiteiten, ook buiten de energiesector. Het Noorden heeft tot 2027 de tijd om 330 miljoen euro in te zetten om de economische en sociale gevolgen van de klimaattransitie op te vangen en te werken aan een groene economie die bijdraagt aan de brede welvaart, met nieuwe werkgelegenheid.
De economie in Noord-Nederland is voor een belangrijk deel gebaseerd op de beschikbaarheid van fossiele brand- en grondstoffen. De versnelde stopzetting van gaswinning in combinatie met andere sociaal-economische uitdagingen waar deze gebieden mee te maken hebben, vergroot de impact van de transitie naar een klimaatneutrale economie. Bevolkingskrimp, relatief weinig middelgroot- en grootbedrijf, relatief weinig innoverend mkb, gemiddeld opleidingsniveau, lagere inkomens en de aardbevingsproblematiek vragen om regionale economische ontwikkeling. Het is extra belangrijk dat sectoren, die van groot belang zijn voor de economie en werkgelegenheid, de energietransitie kunnen doormaken.
De klimaattransitie raakt een groot deel van de economische activiteiten in Noord-Nederland. Bedrijven, systemen en sectoren moeten transformeren, soms als direct gevolg van de klimaattransitie en het stopzetten van de gaswinning, en soms als indirect gevolg daarvan. De direct getroffen zijn vooral de productie, de handel en de distributie van aardgas. Een deel van hun activiteiten zal de komende periode verdwijnen. De indirect getroffen zijn onder andere de industriële dienstverleners en toeleveranciers. Zij moeten hun activiteiten, bedrijfsprocessen en hun werk aanpassen en vernieuwen. Wanneer dat niet lukt, kunnen ook deze activiteiten en de bijbehorende werkgelegenheid verdwijnen. Dit alles kan niet zonder mensen die dit nieuwe werk kunnen doen. Daarom is het JTF-regioplan erop gericht iedereen de mogelijkheid te bieden de juiste (ook digitale) vaardigheden en kennis op te doen die nodig zijn.
Nieuwe ontwikkelkansen ontstaan zelden zomaar. In Noord-Nederland hebben we een stevig fundament van bestaande competenties. De Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS3) vormt de basis voor de visie en strategie voor de regionale ontwikkeling.
Het JTF wordt ingezet als een integraal investeringsprogramma, dat sluit aan bij programma's als Nationaal Programma Groningen, Research and Innovation Strategy for Smart Specialization Noord-Nederland (RIS 3) /EFRO, het Klimaatakkoord en verschillende provinciale programma's. In drie met elkaar samenhangende sporen is het JTF uitgewerkt.
Dit spoor kent twee lijnen:
Het gaat hier om een samenhangend geheel van activiteiten gericht op het realiseren van nieuwe sterktes die voortkomen uit de transities en die aansluiten bij het karakter van de beroepsbevolking. Met behulp van de digitalisering worden nieuwe waardeketens, verdienmodellen en ecosystemen ontwikkeld.
Voorbeelden van acties zijn:
• het tot stand brengen van (duurzame) startups;
• digitalisering en robotisering van het MKB in relatie tot de transities;
• het opzetten van “First-of-a kind” of Flagship projecten van nieuwe technologie in clusters en individuele bedrijven in de proces- en maakindustrie
• het realiseren van “Demonstrators at Scale” voor eerste commerciële toepassing van innovatieve technologie in de proces- en maakindustrie.
Versterking van de kennisinfrastructuur als basis voor de vernieuwing van de economie. Dit door de bestaande samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven te versterken voor nieuwe innovatietrajecten. Hierbij is speciale aandacht voor de samenwerking met het MKB en het MKB onderling, waarbij (nieuw) ondernemerschap, bijv. via startups, een belangrijke doelstelling vormt.
Voorbeelden van acties zijn:
• de (door-)ontwikkeling van campussen en andere vormen van innovatie-ecosystemen waar bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk kennis delen en overdragen en tot innovaties komen. Ook activiteiten die bijdragen aan het organiserend vermogen van MKB-bedrijven horen hierbij;
• het omzetten van de ontwikkelde kennis van bedrijven en kennisinstellingen in scholingsprogramma’s en curricula;
• het uitvoeren van systeemstudies, gericht op het in kaart brengen van kansrijke modaliteiten in de energie-infrastructuur;
• haalbaarheids- en engineerstudies voor de ombouw van de bestaande industrie en/of de realisatie van nieuwe waardenketens.
Doelgroep van deze lijn zijn partners betrokken bij de transitieopgave. Denk aan het regionale (MKB-)bedrijfsleven - inclusief innovatieve start- en scale-ups - zelfstandig, met elkaar of in samenwerking met kennis- en onderwijsinstellingen op WO-, HBO- en MBO-niveau. Het programma biedt nadrukkelijk ruimte voor samenwerkingsprojecten waarin (MKB-)bedrijven met andere partijen nieuwe duurzame industriële waardeketens naar praktijktesten en toepassing brengen.
Het ‘groene spoor’ kent twee lijnen waarbij het benutten van kansen uit de vergroening nauw samenhangt met 'Vernieuwing economie' uit spoor 1:
Met JTF stimuleren van de transformatie naar groene productieprocessen in de industrie. Door het vervangen van fossiele grond- en brandstoffen door groene waterstof, circulariteit, CCU en CCS wordt de uitstoot van broeikasgassen verminderd. Hiervoor zijn investeringen nodig in regionale en lokale ‘infrastructurele backbones’en utilitaire functies voor duurzame energie, regelbaar vermogen en hulp- en grondstoffen in industriële clusters. Digitalisering speelt hierbij een belangrijke rol.
Voorbeelden van acties zijn:
• de productie van hernieuwbare energie;
• het ondersteunen van (MKB-)bedrijven bij het (versneld) terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen als energiebron;
• Het ondersteunen van bedrijven door onder meer innovaties bij de (versnelde) omschakeling naar groene grondstoffen, duurzame waterstof, circulariteit, CCU en CCS en daarmee bij de aanpassing van hun productieprocessen;
• De ontwikkeling en het gebruik van de regionale en lokale “infrastructurele backbones” en het realiseren van functies voor duurzame energie, regelbaar vermogen, en hulp- en grondstoffen in industriële clusters.
Met JTF wordt op basis van in de regio aanwezige kennis en innovatiekracht ingezet op het versnellen van de transitie naar nieuwe vormen van energie en duurzame grondstoffen, naar nieuwe (circulaire) waardeketens en de verwaarding van nieuwe functies daarbinnen.
Voorbeelden van acties zijn:
• Acties gericht op nieuwe toepassingen en businessmodellen, bijvoorbeeld door toepassen van groene grondstoffen;
• Acties gericht op intersectorale benutting van kansen die voortkomen uit opgaven op andere domeinen, bijvoorbeeld de koppeling tussen de versterkingsopgave en verduurzaming van woningvoorraad.
Deze lijn richt zich op partners betrokken bij de transitieopgave. Denk aan (MKB-)bedrijven en de keten bestaande uit toeleveranciers, producenten, logistiek, afnemers. Het programma biedt nadrukkelijk ook ruimte voor samenwerkingsprojecten waarin (MKB-)bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen samen optrekken, om de transitie oplossingen tot daadwerkelijke toepassing te brengen.
Via dit spoor wordt, ondersteunend aan spoor 1 en 2, voorzien in acties gericht op het versterken van het menselijk kapitaal. Daarnaast zijn specifieke acties voorzien voor de relatief grote groep kwetsbaren in JTF regio Groningen. We zien nu juist kansen zien om deze groep te betrekken met als doel "no one left behind" en het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor de transitie naar hernieuwbare energie. Dit spoor valt uiteen in twee lijnen:
Met oog op de toekomst is het van groot belang dat er voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar is, in het bijzonder in de technische beroepen, waarin nu al een tekort bestaat. De regio wordt gekenmerkt door een vergrijzende en krimpende bevolking, een relatief grote groep werknemers die de komende jaren wegens pensionering de arbeidsmarkt verlaat en een relatief grote groep jongeren die zonder goede startkwalificaties de arbeidsmarkt betreedt.
Daar komt bij dat veel van de huidige werknemers en werkzoekenden moeten worden bijgeschoold om op de arbeidsmarkt actief te kunnen blijven. Het is daarom van belang dat de aankomende en huidige beroepsbevolking beschikt over de juiste (digitale, sociale en technische) vaardigheden om de transformatie van de economie en de klimaattransitie mogelijk te maken.
JTF wordt ingezet op directe ondersteuning in de vorm van om- en bijscholing, het aanpassen van opleidingen aan de nieuwe vereisten en het (verder) ontwikkelen van (digitale, sociale en technische) vaardigheden en ondernemerschap. Ook wordt er ingezet op partijen die nodig zijn om investeringen in menselijk kapitaal effectief te laten zijn, zoals kennisinstellingen en scholingsinstituten.
Voorbeelden van acties zijn:
• Het stimuleren van de (potentiële) beroepsbevolking tot scholing en een leven lang ontwikkelen. Daarbij gaat het over bestaande werknemers die hun baan als gevolg van de klimaattransitie dreigen te verliezen of zien veranderen, alsmede werkzoekenden, die zich de vaardigheden eigen moeten maken die straks noodzakelijk zijn. Het creëren van passende werkgelegenheid is hier een onderdeel van;
• Activiteiten die erop zijn gericht om de leercultuur van de beroepsbevolking en bedrijven te stimuleren en scholing en deelnemers/bedrijven aan elkaar te koppelen, waar mogelijk gekoppeld aan onderdelen van de kennisinfrastructuur (zoals campussen);
• Investeringen in programma’s om de startpositie van jongeren op de arbeidsmarkt te versterken om de uitstroom van opleidingen beter te laten aansluiten op de vraag.
Het is van belang om in de JTF-regio Groningen draagvlak onder de bevolking te ontwikkelen voor de klimaattransitie om toegang tot deze nieuwe vormen van energie mogelijk te maken. JTF wordt ingezet om woningen aan te sluiten op duurzame energiebronnen, waarbij het voorkomen van energiearmoede een belangrijk element vormt, en op het begeleiden van kwetsbare werknemers en werkzoekenden naar een goede (start)positie op de arbeidsmarkt.
Voorbeelden van acties zijn:
• De toegang tot nieuwe vormen van energie voor alle inwoners mogelijk maken. Het voorkomen en bestrijden van energiearmoede maakt hier expliciet deel van uit;
• Maatregelen te stimuleren die lasten en lusten van nieuwe energieoplossingen met elkaar in evenwicht brengen.
De belangrijkste doelgroep bestaat wederom uit alle partners betrokken bij de transitieopgave, met aandacht voor integraliteit tussen de drie programmalijnen. De arbeidsmarktaanpak heeft een ecosysteembenadering nodig. Meerjarige publiek-private aanpak met onderwijs, bedrijfsleven, overheid (sociale diensten, werkplaatsen) in de arbeidsmarktregio, werkgevers- en werknemersorganisaties, O&O-fondsen, etc. Zij-instromers, nieuwkomers op de arbeidsmarkt en bestaande werknemers vormen een belangrijke doelgroep.
Het Rijk heeft het nationale JTF-plan op 22 maart ingediend bij de Europese Commissie ter beoordeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) gaat het JTF voor Noord-Nederland uitvoeren, naar verwachting is de openstelling in het najaar van 2022. Meer informatie en het gehele JTF-regioplan is hier te vinden.