Vaar- en wegverkeer
Met de zomerdrukte in aantocht zit de brugwachter op Lauwersoog. Op een zomerse dag kunnen daar wel 100 boten passeren. Haar oren en ogen houdt ze die dagen op het water en op de weg. "We houden rekening met al het verkeer. Wanneer er een rij auto's aankomt wachten we tot die stroom voorbij is. Er volgt altijd wel een moment met ruimte tussen de wagens, dan zetten we pas het verkeer stil. En we laten de brug niet langer open dan noodzakelijk. Tegelijk willen we ook de schippers veilig en vlot door de sluis helpen."
Onderstroom
De Robbengatsluis op Lauwersoog heeft daarbij zo zijn eigenaardigheden. Het water uit de Waddenzee is zout en het water uit het Lauwersmeer zoet. Als die twee tegen elkaar instromen veroorzaakt dat een onderstroom in de sluis. "Wanneer de boot niet met het juiste touw is aangelegd kan deze omgekeerd in de sluis komen te liggen," vertelt Diny. "Soms moet de schipper dan eerst weer de sluis uit varen, draaien, en het opnieuw proberen."
Je hebt ook mensen die het aanlegtouw te strak vastbinden. "Daardoor kan het niet vieren. Het water zakt en de boot blijft vervolgens hangen. Schippers lossen dit op door het touw door te snijden."
Diny besluit: "Vooral bij mooi weer hoor ik vaak bij de sluis: 'Mevrouw, wat heeft u toch een fantastische baan.' En ik geef ze helemaal gelijk!"