Nederlandse weidevogelgebieden staan erg onder druk. Dit komt door verschillende oorzaken, zoals een droge bodem door verlaagde waterpeilen, veel roofdieren, grasland met minder kruiden en zo ook minder voedselaanbod. Het gevolg is dat de weidevogel langzaam verdwijnt uit het landschap. De Medenertilsterpolder is al sinds het begin van de jaren 90 een gebied waar weidevogels voorkomen. In dit gebied is een kans om het weidevogel areaal te versterken. Het doel van de pilot is om het gebied door middel van agrarisch natuurbeheer zo te beheren dat het leefgebied voor de weidevogel verbetert en er meer weidevogels gaan komen.

De Medenertilsterpolder is een agrarisch cultuurlandschap in het Middag-Humsterland, tussen Aduard en Ezinge in de gemeente Westerkwartier. Het is een uitgestrekt gebied met weilanden, boerderijen, wierden, dijken en sloten. De watergangen hebben grotendeels de oorspronkelijke vorm en er zijn plekken die van nature lager liggen. Het bestaande weidevogellandschap wordt beschermd en verbeterd door agrarisch natuurbeheer, uitgevoerd door lokale agrariërs in de pilot.  

Eventueel een link

De weidevogels die in dit gebied voorkomen zijn met name de grutto, kievit, scholekster en tureluur. De pilot loopt van 2023 tot 2026 en is een succes als er sprake is van een toename in broedparen en het broedsucces in de Medenertilsterpolder. Om dit te bereiken gaan de lokale agrariërs aan de slag met natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer, predatorenbeheer, maatregelen voor een vochtige bodem en monitoring. Na drie pilotjaren is er een evaluatie van de aanpak. 

Om de weidevogels in het gebied te behouden én om de populatie te vergroten, zijn verschillende maatregelen nodig. Een aantal van deze maatregelen zorgt voor een vochtige bodem tijdens het broedseizoen. Een nat gebied met ondiepe plassen is namelijk ideaal voor de weidevogel. Zo komt er meer bereikbaar voedsel in de bodem voor de vogels en hun kuikens. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het maken van plas-dras situaties, het aanbrengen en/of aanpassen van watergangen en het aanbrengen van stuwen. Ook komen er zonnepaneelpompen langs de watergangen. Door water te pompen naar natuurlijke lage delen in het grasland ontstaan daar ondiepe plassen. 

Om de resultaten van de pilot bij te houden, worden de weidevogelstand, het aantal roofdieren en het grondwaterpeil gemonitord. In het gebied zijn vijf peilbuizen die tot vier keer per jaar worden uitgelezen. Zo wordt het grondwaterpeil bijgehouden. De weidevogelstand houden we bij met behulp van camera's en tellingen. Tijdens het broedseizoen, van maart tot juli, vliegen er periodiek drones over het gebied. Hiermee tellen we de nesten van de weidevogels. Vrijwilligers markeren de nesten en plaatsen er een camera bij. Door de beelden kunnen we ook zien of dieren de nesten verstoren.