Veelgestelde vragen

Over het onderwerp stikstof zijn veel vragen. Vragen die veel gesteld worden hebben we hieronder in een overzicht gezet. Staat uw vraag hier niet tussen? Kijk dan voor meer informatie op de website van de gezamenlijke provincies, Bij12 en op de website van het Rijk.

Algemeen stikstof

Stikstof (N) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn ook verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof). De hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak in de lucht heet de concentratie. Kijk voor meer informatie op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). 

In Nederland wordt teveel stikstof uitgestoten. Dit is schadelijk voor delen van onze natuur. Ook kan teveel stikstof in de lucht schadelijk zijn voor onze gezondheid. Er zijn de afgelopen dertig jaar maatregelen getroffen om de stikstofuitstoot te verminderen aan te doen, maar niet voldoende. Ook groeide, met het groeien van onze economie, de uitstoot tot boven de toegestane wettelijke/Europese normen. Het Rijk heeft in 2015 de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), in het leven geroepen om toch door te kunnen gaan met economische activiteiten, bijvoorbeeld in de bouw, de luchtvaart en de landbouw. De PAS hield in dat maatregelen zouden worden getroffen om de stikstof terug te dringen en de natuur te herstellen. De Raad van State heeft in mei 2019 geoordeeld dat de effecten hiervan nog te onzeker zijn en dat het Nederlandse systeem met het Programma Aanpak Stikstof niet voldoet aan de Europese richtlijnen.

Bedrijven met een natuurvergunning kunnen de vergunde activiteit volledig benutten. Bedrijven die willen uitbreiden of hun bedrijf willen wijzigen hebben daarvoor een vergunning nodig. Deze bedrijven hebben 2 opties om ervoor te zorgen dat de neerslag van stikstof niet toeneemt: intern salderen en extern salderen.

Intern salderen

Bij intern salderen maakt een bedrijf stikstofruimte vrij binnen het eigen project of op de eigen locatie. Bij extern salderen neemt een bedrijf stikstofruimte over van een ander bedrijf dat geheel of gedeeltelijk stopt. De provincie neemt de 'feitelijk gerealiseerde capaciteit' als uitgangspunt voor intern salderen. Dat betekent dat de vergunde stikstofruimte van stallen of bedrijfsruimte die daadwerkelijk zijn gebouwd, kunnen inzetten voor nieuwe ontwikkelingen.

Extern salderen

Bij extern salderen komt 70%t van de stikstofemissie van gestopte activiteiten beschikbaar voor nieuwe vergunningen. Uitgangspunt is ook hier de feitelijk gerealiseerde capaciteit. Het Rijk streeft ernaar het extern salderen per 1 februari 2020 weer mogelijk te maken als de meststoffenwet is aangepast.

Beleidsregels

De nieuwe beleidsregel [link naar beleidsregel] die per 7 oktober van kracht is, is een gevolg van het advies van de commissie Remkes. Daarnaast inventariseren de provincies op welke wijze de overbelasting van stikstof in de verschillende sectoren terug te brengen. Volgend voorjaar komt de commissie Remkes met adviezen voor de lange termijn aanpak van stikstof. 

Het Rapport 'Niet alles kan' het eerste advies van Het Adviescollege Stikstofproblematiek. Het Adviescollege Stikstofproblematiek heeft de opdracht gekregen om de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te adviseren over hoe om te gaan met de stikstofproblematiek in Nederland.

Er was een programma om zowel de ecologie als de economie vooruit te helpen, het PAS (Programma Aanpak Stikstof). Het PAS verbond maatregelen voor de reductie van stikstof en ecologisch herstel met het creëren van ruimte voor nieuwe economische activiteiten. Maar bepaalde uitgangspunten van dit programma waren juridisch niet houdbaar.

Stikstof Groningen

Het N2000 gebied Lieftinghsbroek nabij Vlagtwedde is stikstofgevoelig evenals enkele delen van de Waddenzee. Daarnaast kunnen activiteiten die binnen de provincie Groningen plaatsvinden ook effecten hebben op Natura 2000-gebieden in de provincie Fryslân (zoals de Bakkeveense Duinen en de Duinen van Schiermonnikoog) of in Drenthe (zoals de Drentse Aa en Drouwenerzand) waardoor er een vergunning bij de provincie Groningen moet worden aangevraagd.

Als provincie vinden we het van het grootste belang dat de vergunningsverlening weer op gang komt. In Groningen kunnen we door de vaststelling van de beleidsregels nu weer vergunningen verlenen voor de verschillende sectoren zoals de bouw, infrastructuur, landbouw en industrie. Er is nog wel veel onduidelijkheid over de beleidsregels. Samen met het Rijk werken de provincies daarom samen aan een integrale stikstofaanpak. Hiermee wordt de natuur in Nederland beter beschermd en wordt er tegelijkertijd ruimte gemaakt voor economische en maatschappelijke initiatieven. Uitgangspunten daarbij zijn:

  • daling van de stikstofdepositie in onze natuur;
  • duidelijk perspectief voor alle sectoren en vergunningen die voor de rechter overeind kunnen blijven. 

Op grond van de Wet natuurbescherming moeten provincies waar het stikstofeffect zich mede voordoet, instemmen met de vergunningverlening door de provincie Groningen. Vanwege het ontbreken van een toetsingskader in de genoemde provincies is niet zeker of die instemming gegeven kan worden.

De provincies en het Rijk gaan de komende weken in gesprek met de verschillende sectoren en met elkaar om te bepalen hoe de aanpak van stikstof eruit gaat zien.

Het Lauwersmeer, Leekstermeer en Zuidlaardermeer zijn ook aangewezen als Natura 2000 gebieden. Deze gebieden zijn alleen niet aangemerkt als stikstofgevoelig. De uitstoot van stikstof heeft dus geen invloed op de dieren en planten waarvoor deze gebieden zijn aangewezen. Dat neem niet weg dat voor sommige activiteiten mogelijk nog wel een vergunning nodig is voor andere factoren die kunnen verstoren zoals licht, geluid of trillingen.

Als het gaat om intern salderen zit er nu al geen verschil tussen Rijk en provincies. 
In de Kamerbrief van 4 oktober heeft de minister van LNV gesteld dat bedrijven die hun stikstofrechten willen verkopen mogen uitgaan van de rechten op basis van hun feitelijk gerealiseerde capaciteit. Dit betekent dat de schuur of de installaties er moeten staan maar deze niet volledig benut hoeven te zijn. De provincies gaan in hun beleidsregel uit van de feitelijk benutte capaciteit. Dit betekent dat alleen die rechten verkocht kunnen worden die ook echt gebruikt zijn zoals werkelijk aanwezige koeien of geproduceerd product. Dit om te voorkomen dat er rechten verkocht worden die nog niet gebruikt zijn en nu alsnog gebruikt gaan worden waardoor de feitelijk emissie gaat stijgen. Rijk en provincies willen uiterlijk 1 december 2019 overeenstemming hebben over dit punt. Voor bedrijven die hun volledige capaciteit benut hebben maakt is er overigens dus geen verschil tussen de uitleg van het Rijk of de provincie. 

Nee, voor zover bekend niet. De reden hiervan is, is dat in onze provincie weinig stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden zijn. Er moet wel een Aerius-berekening worden gemaakt als bewijs dat er geen vergunning nodig is. 

Aandachtspunt is wel dat er ter plaatse mogelijk beschermde dieren- en plantensoorten voorkomen. Om dit te bepalen is een quickscan nodig, uit te voeren door een ter zake kundige ecoloog. 

Vooral bedrijven die nog opgericht worden en nog geen Wnb-vergunning hebben en bestaande bedrijven die wel Wnb-vergunningplichtig zijn en geen Wnb-vergunning hebben. Tot op heden was dat in de provincie Groningen in mindere mate een probleem voor bouwprojecten en groot onderhoud voor (vaar-)wegen. 
 

Vergunning aanvragen

Een project is vergunningplichtig als de stikstofdepositie op het dichtstbijzijnde stikstofgevoelige N2000-gebied meer dan 0,005 mol N/ha/j bedraagt. Deze depositie kan uitgerekend worden met het rekenprogramma Aerius Calculator

Een vergunning kan verleend worden wanneer voldaan wordt aan de beleidsregel voor intern- of extern salderen of wanneer voldaan wordt aan het ADC-toets. Dit betekent:

  • Er mogen geen alternatieven zijn.
  • Het project moet voldoen aan dwingende redenen van groot openbaar belang. 
  • De natuurwaarden die verloren gaan moeten gecompenseerd worden. 

De beleidsregel geldt voor iedereen die een vergunning nodig heeft voor stikstofdepositie en daarbij gebruik wil maken van eigen stikstofrechten of stikstofrechten van derden. Het maakt daarbij niet uit of het activiteit betreft in de agrarische sector, bouw of industrie.

Ja. Het is altijd nodig een Aerius-berekening te (laten) maken.

Nee, dit lijkt geen probleem. Er is wel een Aerius-berekening nodig om dit vast te stellen. De ervaring leert dat buiten een straal van 10 km van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied dit geen problemen oplevert. Ook de gebieden in Drenthe en Friesland tellen mee. 

Aandachtspunt is wel dat er ter plaatse mogelijk beschermde dieren- en planten soorten voorkomen. Om dit te bepalen is een quick scan nodig, uit te voeren door een ter zake kundige ecoloog. 
 

  • U hebt een Wnb-vergunning als het totale bedrijf (gewenste situatie) een stikstofdepositie veroorzaakt van 0,005 mol per hectare, per jaar op een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied. Uit te rekenen met de nieuwste versie van het landelijk gebruikte programma Aerius-Calculator
  • U hebt al snel een vergunning nodig voor een veehouderij (een gemiddelde melkveehouderij heeft een effect tot zeker 40 kilometer afstand van het bedrijf). En vaak ook bij industriële bedrijven, voor stookinstallaties. 
  • U kunt een aanvraagformulier voor een Wnb-vergunning opvragen door een mail te sturen aan natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl.

Er moet worden voldaan aan de beleidsregel stikstof stikstofregels.
Om te kunnen bepalen of de vergunning verleend kan worden dient een Aerius-verschil-berekening te worden gemaakt.
Bij situatie 1 wordt de referentiesituatie ingevuld en bij situatie 2 de gewenste situatie. Hiervoor zijn een aantal invoergegevens van belang. Bijvoorbeeld van welke (milieuvergunde) situatie uitgegaan kan worden bij de invoergegevens van de situatie 1 van Aerius. Er kan alleen vergunning worden verleend als uit de Aerius-verschilberekening blijkt dat de toename van stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden minder is dan 0,005 mol/ha/jr.

In het geval er geen onherroepelijke Wnb-vergunning is, is het bepalen van de juiste referentiedatum belangrijk. De referentiedatum verschilt per situatie en ligt in ieder geval op 7 december 2004, maar kan ook op 10 juni 1994 liggen. 

Om een overzicht te verkrijgen van welke data uitgaan kan worden kunnen de gebieden die in de Aerius berekening genoemd worden, aangevinkt worden in de tabel (effect op gebieden-tab) van Bij12
 

Dat kan alleen via in- of extern salderen. Zie onze beleidsregel stikstof intern en extern salderen.

 

Ondernemer

Dat verschilt per situatie. De beleidsregel stikstof kan worden ingezet voor het legaliseren van een bedrijfsactiviteit via een natuurvergunning. De beleidsregel is echter niet in alle gevallen toepasbaar. De beleidsregel is echter niet in alle gevallen toepasbaar. Neem voor meer informatie contact op met het loket VTH van de provincie Groningen: 050 - 361 46 10 of mail naar natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl

Het Rijk heeft inmiddels geld beschikbaar gesteld voor het beëindigen van veehouderijen nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Op dit moment werken Rijk en provincies aan een opkoopregeling voor de veehouderij. 
U kunt contact met ons opnemen als u uw bedrijf wilt beëindigen of verkopen: neem dan contact op met ons algemene nummer: 050 - 316 49 11. U wordt dan doorverbonden met een medewerker die u te woord kan staan. Mailen kan ook: TLG-stikstof@provinciegroningen.nl.

Agrarische ondernemer

Ja. Wanneer de volledige capaciteit van uw stal of industriële installatie Wnb-vergund is, mag u de onbenutte capaciteit nog opvullen. Uiteraard moet u voor de nog ontbrekende dieren wel beschikken over de daarvoor benodigde rechten (bijv fosfaatrechten, pluimveerechten of varkensrechten of Co2 rechten).

Van bedrijven die op 4 oktober 2019 beschikten over varkensrechten, pluimveerechten of fosfaatrechten kunnen nog geen stikstofrechten worden aangekocht. Hiervoor moet eerst de Meststoffenwet worden aangepast. Van overige bedrijven kunnen wel stikstofrechten worden gekocht.

Door het in werking treden van de beleidsregels zijn de eerste aanvragen al weer ingediend en kunnen bestaande aanvragen nu worden aangepast. De eerste (ontwerp)besluiten zullen op korte termijn weer worden genomen.

Veel agrarische en industriële bedrijven denken dat als ze een toereikende Wet milieubeheer-vergunning of -melding hebben, ze dan geen probleem hebben met stikstof. Maar dat is een misverstand. Veel bedrijven hebben naast de Wet milieubeheer-vergunning of -melding ook een Wet natuurbeschermingvergunning voor stikstof nodig. En het kan in bepaalde gevallen lastig zijn om die natuurvergunning te verkrijgen omdat het nu niet mogelijk is aan de huidige stikstofregels  te voldoen.

Die is op dit moment niet rechtsgeldig. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft aangekondigd dat daarvoor een generieke regeling komt om deze meldingen te legaliseren. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer deze legalisering gerealiseerd wordt. Deze legalisering zal uitgaan van de feitelijk gerealiseerde situatie. 

De aanvraag blijft, maar er zal aanvullende informatie nodig zijn om de vergunning te kunnen verlenen. Er zal extra onderbouwing nodig zijn voor de gewenste situatie, bijvoorbeeld via in- of extern salderen. 
U kunt het nieuwe aanvraagformulier voor een Wnb-stikstofvergunning opvragen door een mail te sturen aan natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl.
 

Daar kan het team Wet natuurbescherming van de provincie Groningen u antwoord op geven.

Contact: secretariaat afdeling Landelijk Gebied en Water, telefoon 050 - 316 45 43 of mail aan: natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl.

 

  • Hoeveel word ik nu gekort per 1 oktober (ingangsdatum nieuwe beleidsregel)? 
  • Ik heb nog niet alles gebouwd. Raak ik deze rechten nu kwijt? 
  • Ik heb m'n stal nog niet vol. Raak ik de rechten voor de nu nog lege ruimte nu kwijt?

In alle gevallen geldt dat u uw bestaande vergunning volledig behoudt en mag gebruiken. Uitzondering is dat wanneer de vergunning gebruikt wordt voor extern salderen, dan de saldo-gevende hoeveelheid afgeroomd wordt met minimaal 30%. 
 

De rechtbank Noord-Nederland heeft mondeling aangekondigd dat Wnb-vergunningen waartegen beroep loopt, worden vernietigd. De aanvraag blijft bestaan, maar de provincie moet een nieuwe vergunning verlenen. Hiervoor zal aanvullende informatie nodig zijn, omdat er inmiddels andere regels gelden. 
U kunt het nieuwe aanvraagformulier voor een Wnb-stikstof-vergunning opvragen door een mail te sturen aan natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl.

Hiervoor is een (nieuwe) Wnb-vergunning nodig. Via intern of extern salderen kan deze vergunning verleend worden. 


- Ja, ook voor deze bedrijven gelden de stiktofregels

Schroom niet om (anoniem) hulp te vragen of het gesprek aan te gaan met hulpverleners. Praten helpt. TABOER is een onafhankelijk loket, waar je dagelijks terecht kunt voor een luisterend oor, tips en adviezen en ervaringsverhalen. Het doel van deze campagne is om het taboe rondom het bespreekbaar maken van mentale zorgen te doorbreken. Om boeren te helpen, hebben LTO Noord en de stichting Zorg om Boer en Tuinder een website  en hulplijn in het leven geroepen. Bemand door speciaal opgeleide medewerkers die allemaal binding hebben met de agrarische sector. Het is de bedoeling het taboe te doorbreken dat rust op de 'zachte kant' van het agrarisch ondernemerschap. Het is de bedoeling hiermee de drempel te verlagen voor boeren om aan te kloppen voor hulp. Kijk voor contactgegevens en meer informatie op: https://taboer.nl/
 

Bent u agrarisch ondernemer en wilt u een onafhankelijk gesprek over de onzekerheden en gevolgen voor de toekomst die de transitie met zich mee brengt? Dan kunt terecht bij een vertrouwenspersoon:
 
Janny Stellingwerf, Vertrouwenspersoonstellingwerf@gmail.com
Mevrouw Stellingwerf is gecertificeerd vertrouwenspersoon, 67 jaar en opgegroeid op een boerenbedrijf. Zij zal dan zo snel mogelijk contact met u opnemen, om via de mail, telefonisch of in een persoonlijk gesprek (op een door u gewenste plek) af te spreken.  
 
De provincie heeft mevrouw Stellingwerf aangesteld omdat de huidige ontwikkelingen voor agrarische ondernemers economisch en emotioneel lastig kunnen zijn. Voor de emotionele, persoonlijke kant kan de vertrouwenspersoon een luisterend oor bieden en wanneer gewenst meedenken over de te volgen stappen.  
De gesprekken vinden plaats op uw eigen initiatief, zijn vrijwillig en geheel vertrouwelijk.
 
 

Beëindiging veehouderij

Het Rijk heeft inmiddels geld beschikbaar gesteld voor het beëindigen van veehouderijen nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Op dit moment werken Rijk en provincies aan een opkoopregeling voor de veehouderij. 
U kunt contact met ons opnemen dat u uw bedrijf wilt beëindigen of verkopen, neem dan contact op met ons algemene nummer: 050 - 316 49 11. U wordt dan doorverbonden met een medewerker die u te woord kan staan. Mailen kan ook: TLG-stikstof@provinciegroningen.nl.

Heeft u nog vragen?

Neem dan contact op via ons algemene nummer: 050 - 316 49 11. U wordt dan doorverbonden met een medewerker die u te woord kan staan. Mailen kan ook, via TLG-stikstof@provinciegroningen.nl.