Landbouw- en natuurorganisaties in de provincie Groningen zijn bezorgd over de huidige ingrijpende rijksbezuinigingen op het budget voor natuur, landschap en plattelandsontwikkeling. Zij zien deze als schadelijk voor de belangen van natuur en landbouw en hebben daarom de krachten gebundeld. Donderdag overhandigden de organisaties een Groenmanifest aan Gedeputeerde Wiebe van der Ploeg, waarin de plannen staan die moeten leiden tot een natuurrijk en vitaal platteland.
Lange termijn
Het manifest is samengesteld door LTO Noord, Natuur en Milieufederatie Groningen, Natuurmonumenten, Het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer en Boeren Natuur Groningen. De partijen hopen op zekerheid voor de lange termijn en pleiten dan ook voor blijvende investeringen in het platteland. De organisaties streven naar een economisch en ecologisch duurzame landbouw, een gezonde natuur en een grote variatie aan plant- en diersoorten. Verder spreken zij zich in het manifest ook uit voor een landelijk aaneengesloten netwerk van natuurgebieden (de Ecologische Hoofdstructuur) en een prettige leefomgeving op het platteland.
Indruk
Gedeputeerde Wiebe van der Ploeg zegt onder de indruk te zijn van het manifest: "We zijn blij dat natuurorganisaties én boeren meer met elkaar willen samenwerken om nieuwe natuur te realiseren en om ons landschap te blijven ontwikkelen. Zorgen maak ik me vooral over voorgenomen rijksbezuinigingen op natuur, maar ook over de onderhandelingen die we aan het voeren zijn met Henk Bleker”. De staatssecretaris van Economie, Landbouw en Innovatie is van plan om veel te gaan bezuinigen op natuurontwikkeling, waaronder de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur.
Haalbaar
Van der Ploeg vraagt zich ook af of er nog wel genoeg geld is om natuur te beheren. “Als dat niet zo is, dan hoeven we ook geen nieuwe natuurgebieden meer aan te gaan leggen. We zullen samen met de manifestpartijen gaan kijken wat er in Groningen nog wel of niet haalbaar is. Hopelijk weten we in het najaar of we weer aan de slag kunnen met de aanleg van natuur, maar ook met het verbeteren van bijvoorbeeld de landbouwstructuur”.