De Hanzehogeschool gaat onderzoeken welke factoren ervoor zorgen dat burgerinitiatieven in krimpgebieden ook op de lange termijn succesvol zijn. Het onderzoek moet concrete adviezen opleveren voor burgers, overheden, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties, zodat zij goede keuzes kunnen maken bij het nemen of ondersteunen van initiatieven. De Hanzehogeschool ontvangt vanuit de Reserve Leefbaarheid en Krimp 50.000 euro om het onderzoek uit te voeren.
Voorbeelden van burgerinitiatieven
De hogeschool gaat nieuwe, oudere, geslaagde, maar ook mislukte voorbeelden van burgerinitiatieven op het gebied van voorzieningen en leegstaande panden onder de loep nemen. Het onderzoek vindt plaats in Groningen, Friesland en Drenthe. Hierbij kijken de onderzoekers wat er nodig is om ervoor te zorgen dat initiatieven van burgers ook op langere termijn vol te houden zijn. Daarnaast worden de kansen en knelpunten onderzocht en mogelijke oplossingen gegeven.
Spelregels en randvoorwaarden
Lokale initiatieven zijn steeds vaker de drijvende kracht achter het vitaal houden van de omgeving van mensen. Inwoners van wijken of dorpen nemen het heft in eigen hand als ze zien dat hun leefomgeving onder druk staat, bijvoorbeeld als gevolg van krimp. De provincie wil zich meer en meer bezighouden met het mogelijk maken van deze initiatieven. We stellen spelregels op en geven randvoorwaarden waarbinnen burgers zelf hun problemen benoemen en met elkaar oplossingen bedenken en uitvoeren.
Reserve Leefbaarheid Krimp
De provincie heeft tot 2020 jaarlijks 3 miljoen euro beschikbaar voor projecten die de leefbaarheid in de krimpgebieden Eemsdelta, Oost-Groningen en De Marne helpen in stand te houden of te verbeteren. De subsidie voor de Hanzehogeschool komt uit het gedeelte dat beschikbaar is voor innovatieve projecten en experimenten.