Vraat en ganzenstront

Het zijn gebroken weken. Ik werk af en toe, maar heb net als de rest van Nederland deze periode vooral vrije dagen, lijkt het wel. Maar afgelopen vrijdag, toen er opnieuw een vrije dag was, mocht ik naar Overschild. Daar ging ik langs bij het bedrijf van Vledderman, een boer die me graag wilde laten zien hoeveel last hij heeft van ganzen.

 

Het zijn gebroken weken. Ik werk af en toe, maar heb net als de rest van Nederland deze periode vooral vrije dagen, lijkt het wel. Maar afgelopen vrijdag, toen er opnieuw een vrije dag was, mocht ik naar Overschild. Daar ging ik langs bij het bedrijf van Vledderman, een boer die me graag wilde laten zien hoeveel last hij heeft van ganzen.

Vledderman had wat collega's erbij gevraagd, zodat we een ritje langs weilanden en akkers bij het Schildmeer maakten. Ook aan de overkant van het Eemskanaal, bij het Hoeksmeer, gingen we kijken wat er gebeurt als ganzen en zwanen op je land foerageren. Kort samengevat is dat: vraat en overal stront.

Vooropgesteld, de schade die ganzen aanrichten wordt vergoed. De taxaties voor die vergoedingen zijn ook wel in orde. Maar het vreet aan boeren dat ze lijdzaam moeten toezien wat deze beschermde dieren doen met hun gewassen, met hun teelt. Waar het graan aan de ene kant van de akker al 30 centimeter hoog is, haalt het aan de andere kant nog geen 6 centimeter. En moet het de strijd aan met onkruid.

Dat laatste alleen al levert de boer extra werk op. En dan heb ik het nog niet over de energie die het kost om de ganzen te verjagen en te verstoren.

Vledderman en zijn collega's erkennen dat de landbouw tegenwoordig niet meer dominant is ten opzichte van natuur. Dat natuur  en natuurontwikkeling een maatschappelijk gegeven is. Maar ze willen wel dat de spelregels hier en daar wat praktischer worden, wat meer toegespitst op het gebied waarin zij boeren.

In het ganzenakkoord, waarin staat hoe we met ganzen en met landbouw de komende jaren omgaan, hebben we allemaal werk te doen. Niet alleen de overheid en de boerenorganisaties, maar ook clubs als het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Staatsbosbeheer beheert ware 'paradijzen' aan voor ganzen, maar ook zij zien in dat er grenzen zijn aan de omvang van populatie.

Het is nu zaak om niet naar elkaar te wijzen en erop hameren wat de ander moet doen. We moeten allemaal aan de slag. Om te laten zien wat er overal gebeurt, denk ik dat het goed is als de provincie  toch maar weer even het voortouw pakt. Elkaar gaat informeren. Deadlines stelt. Daarmee hoop ik dat iedereen enthousiast meedoet om het probleem met de ganzen beheersbaar te houden.

Voor wederzijds begrip was het een zinvol bezoek. Het is altijd goed om de deur achter het provinciehuis dicht te doen en kennis op te doen in de praktijk. Zoals: ganzen lusten gek genoeg geen haver. Wist u dat? Ik hoop dat boeren straks meer haver in onze provincie gaan telen.