Het Rijk gaat zich samen met provincies in Noord- en Oost-Nederland inspannen om de Nedersaksische taal te behouden en het gebruik ervan te stimuleren. Het Gronings, Drents en Twents zijn bijvoorbeeld Nedersaksische talen. Op 10 oktober tekenden Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de regionale bestuurders in Zwolle hiervoor het convenant voor de erkenning van de Nedersaksische taal. Namens de provincie Groningen tekende gedeputeerde Henk Staghouwer.
Leren van elkaar
Met de ondertekening van het convenant laten de bestuurders zien dat zij het Nedersaksisch erkennen als een volwaardig onderdeel van de taal in Nederland. In het convenant spreken ze onder andere met elkaar af om meer samen op te trekken op het gebied van de streektaal om zo van elkaars goede voorbeelden te leren. Ook gaan ze kijken hoe ze kunnen samenwerken met regio’s in Duitsland en Europa waar een Nedersaksische taal wordt gesproken. Verder gaan ze jaarlijks een bijeenkomst organiseren rond een actueel thema, als onderdeel van een streektaalfestival.
Identiteit
Gedeputeerde Henk Staghouwer vindt de streektaal belangrijk voor de identiteit van een gebied. "In de streektaal kunnen mensen zich uitdrukken; ze voelen zich daar prettig bij. Met het tekenen van het convenant zeggen wij volmondig JA tegen het Gronings als volwaardige spreektaal. Als Groninger in hart en nieren vind ik dat een waardevolle erkenning en een geruststellende waarborg voor de toekomst van onze provincie."
Steunpunt
Het gebruik van het Nedersaksisch is ook een onderdeel van het cultuurbeleid van onze provincie. Sinds dit jaar heeft de provincie Groningen één steunpunt voor immaterieel erfgoed, het 'Centrum Groninger Taal en Cultuur'. In het centrum kunnen mensen terecht voor informatie en advies over Groninger taal, geschiedenis, tradities en muziek. Ook wordt er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar cultuur in de streektaal.