De provincie Groningen is gestopt met het gebruik van aardgas in het provinciehuis. Op dinsdag 30 juni 2020 draaide gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk de gaskraan definitief dicht. Jaarlijks was er zo'n 250.000 kub gas nodig om het provinciehuis te verwarmen. Dit staat gelijk aan het gemiddelde verbruik van ongeveer 200 huishoudens. Om de gebouwen ook in de toekomst warm te houden, maakt de provincie nu gebruik van een koude- en warmteopslagsysteem in de bodem. In april is begonnen met de overschakeling naar de nieuwe vorm van verwarming. In september moet dit klaar zijn.
Vernieuwende techniek
Het gaat om een bijzonder en ambitieus project vanwege de schaalgrootte en het gebruik van diverse vernieuwende technieken. Wat ook bijzonder is, is dat het voor een deel gaat om een monument dat moet worden verwarmd. Het oudste gedeelte van het provinciehuis, waar het provinciaal bestuur zit, is al meer dan 600 jaar oud. Het isoleren van dit monument van ruim 5.000 m2 is onmogelijk, waardoor er met 'hoog-temperatuurverwarming' moet worden gewerkt. Hiervoor zijn speciale hoge-temperatuurwarmtepompen geïnstalleerd die het water tot 85 graden verwarmen. Dit hete water wordt vervolgens opgeslagen in grote buffertanks gevuld met PCM (Phase Changing Materials). Dit zijn nieuwe en innovatieve technologieën die nog niet of nauwelijks worden toegepast in verwarmingssystemen.
Koude- en warmteopslag
De basis voor de verwarming van het provinciehuis is een koude- en warmteopslagsysteem in de bodem. Om extra warmte op te slaan om de gebouwen in de winter voldoende te kunnen verwarmen, wordt in de zomer warmte uit het water van de Groninger stadgracht gehaald en opgeslagen in de bodembronnen. Strukton Worksphere uit Groningen legt de nieuwe verwarmingssystemen aan. De aanleg kost bijna € 2,7 miljoen.