Het Rijk moet bij de plannen voor de woningcorporaties rekening houden met de krimpgebieden. Dat was de boodschap van gedeputeerde Marianne Besselink tijdens een gesprek met minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) op 17 januari. Het Rijk wil onder meer een extra heffing voor de woningcorporaties instellen voor huren onder de 665,- euro, de zogenaamde verhuurdersheffing. In de krimpregio’s zijn veel huren laag, waardoor de corporaties in die gebieden onevenredig veel moeten betalen en minder overhouden om te kunnen investeren. In het gesprek heeft Besselink aandacht gevraagd voor dit probleem.
Extra heffing en huurplafond
Naast de verhuurdersheffing vormt ook het plan om het huurplafond te verlagen naar 4,5 procent van de WOZ (waarde onroerend goed), een probleem voor de corporaties. Omdat de waarde van een woning in de krimpgebieden laag is, heeft het plafond tot gevolg dat de corporaties de huren voor een groot gedeelte van hun bestand moeten verlagen. Door de verhuurdersheffing en de lagere huurinkomsten houden de corporaties minder geld over om te investeren, terwijl dat de komende jaren juist nodig is om leegstand en verpaupering te voorkomen. Er zijn minder woningen nodig, maar wel meer woningen die aangepast moeten worden aan de eisen van deze tijd. Zo zijn er vanwege de vergrijzing in de krimpregio's veel nieuwe seniorenwoningen nodig.
Plan voor leefbaarheid
Voor de krimpgemeenten De Marne, Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Eemsmond heeft de provincie met de corporaties en andere maatschappelijke organisaties, zoals zorginstellingen, afspraken gemaakt hoe de gebieden leefbaar te houden. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Woon- en Leefbaarheidsplan. Ook Oost-Groningen geldt als krimpregio. Daar is het Woon- en Leefbaarheidsplan nog in ontwikkeling.
Minister Blok brengt op 28 januari een werkbezoek aan de krimpgemeenten Delfzijl en Winschoten.
Lees meer in het dossier Krimp.