Provincie steunt onderzoek naar bodemweerbaarheid via biomassa

Agro-onderzoeksinstituut en proefboerderij HLB gaat samen met biochemiebedrijf Bioclear experimenten uitvoeren om de weerbaarheid van de bodem van landbouwgrond te vergroten via biomassa. De provincie Groningen betaalt 31.500 euro mee aan dit project, getiteld 'Biostromen uit de tuinbouw, een PUIK gewas'.

Agro-onderzoeksinstituut en proefboerderij HLB gaat samen met biochemiebedrijf Bioclear experimenten uitvoeren om de weerbaarheid van de bodem van landbouwgrond te vergroten via biomassa. De provincie Groningen betaalt 31.500 euro mee aan dit project, getiteld 'Biostromen uit de tuinbouw, een PUIK gewas'.

Onderzoek bodemweerbaarheid

Onder akkerbouwers is grote behoefte aan het vergroten van de bodemweerbaarheid. Vooral aaltjes zorgen voor veel schade aan gewassen (aardappelmoeheid). Hiermee lopen boeren risico op misoogsten. De maatschappij oefent steeds meer druk uit op de landbouw en voedselproductie om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te beperken. HLB wil daarom onderzoeken of door slimme toepassing van sapstromen en organisch materiaal uit biomassa, de bodem weerbaar en de planten immuun gemaakt kunnen worden. Hiervoor wordt restmateriaal uit de tomaten- en aubergineteelt gebruikt.

Onderzoek inkuiling biomassa

Om aan die sapstromen te komen gaat Bioclear experimenteren met een nieuwe manier om de biomassa (denk aan oogstresten, bladafval en snoeiresten) in te kuilen. Het bedrijf wil kijken welke (biochemische) aanpassingen/toevoegingen leiden tot een kuil met de beste omzetting van vast naar vloeibare componenten. Bioclear noemt dit kuil-engineering. De verwachting is dat de sapstromen die op deze manier uit biomassa gehaald kunnen worden, niet alleen gebruikt kunnen worden voor bodemweerbaarheid, maar ook voor de ontwikkelingen van andere hoogwaardige producten.

Bio-economie

De provincie ondersteunt vernieuwende initiatieven die bijdragen aan de ontwikkelingen van een bio-economie (biobased economy). Biobased Economy speelt een hoofdrol in de duurzame ontwikkeling van (Noord-)Nederland. Het is een economie waarin gewassen en reststromen uit de landbouw en (voedingsmiddelen)industrie worden ingezet voor niet-voedseltoepassingen, zoals energie (elektriciteit en warmte), nieuwe materialen en chemicaliĆ«n. Hierdoor ontstaan nieuwe economische kansen voor het bedrijfsleven en ook nieuwe kansen voor reststoffen die anders onbenut of (economisch) minder efficiĆ«nt worden benut.