Net als vorige week ging ik ook deze maandag naar Den Haag. En ook deze keer was ik daar voor overleg met staatssecretaris Dijksma. Ditmaal ging het over POP3, dat is jargon voor het nieuwe plattelandsontwikkelingsprogramma (mooi scrabblewoord). Hoe moet dat eruit zien? Wat kan wel, wat niet, hoe sluiten we goed aan bij Europa? Hoe kunnen we slim geld uit de EU combineren met dat van het Rijk en onze eigen mogelijkheden?
's Middags had ik bijna een thuiswedstrijd. In Tolbert presenteerden drie collectieven zich, die vanaf 2016 het agrarisch natuurbeheer in Groningen op zich nemen. Vroegen praatte de provincie met talloos veel agrarische natuurverenigingen, die meestal uit boeren en andere beheerders bestaan. We zijn er nu aan toe om een schaalsprong te maken.
In 2016 komen er dus drie collectieven, met wie we afspreken hoe zij in kerngebieden het leven van grauwe kiekendieven en veldleeuweriken makkelijker maken. Met het idee, dat als het met deze twee soorten goed gaat, het dan ook met andere vogels en dieren beter gaat.
De volgende dag krijg ik hier advies over. De werkgroep Grauwe Kiekendief, Landschapsbeheer Groningen en Boerennatuur hebben daar samen aan gewerkt. Dat ging niet altijd makkelijk, want wat een veldbioloog wil is niet altijd hetzelfde wat een boer wil. En andersom.
In het advies staat, dat er mogelijkheden zijn om geld met geld te maken. Dan moeten we wel slim de Europese natuurdoelen combineren met eigen natuurbeleid. En die van het Rijk. En omdat het om nieuw beleid gaat, wordt dat nog een hele toer.
Gelukkig zijn we een lichtend voorbeeld voor de rest van Nederland, als het gaat om agrarisch natuurbeheer. Dat is vooral te danken aan Ben Koks van de werkgroep Grauwe Kiekendief. In een wetenschappelijke analyse naar de effectiviteit van akkervogelbeheer in Groningen maakt hij duidelijk wat er de afgelopen jaren is bereikt. Mooi om zo'n positief geluid te horen, want agrarisch natuurbeheer staat soms best onder druk.
In het advies staat, dat we naast de kiekendief en de veldleeuwerik ook de patrijs als icoon moeten opnemen. Gaat het met de patrijs goed, dan betekent het dat ook andere soorten vaker zullen voorkomen. We gaan er in het Provinciehuis eens goed over nadenken, beloof ik.
Woensdag kan ik in Provinciale Staten iedereen blij maken met een zakje bloemenzaad. Speciaal samengesteld voor bijen. Daarmee geef ik min of meer de opdracht terug aan de Staten. Zij maakten mij bij mijn start direct gedeputeerde bijzaken. Twee weken terug heb ik de Staten een brief geschreven, wat de provincie de komende jaren zoal voor bijen gaat doen. Meer zaadmengsels aanbieden aan boeren voor akkerranden, meer voorlichting en waar het even kan een bijenhotel.
Als de Statenleden het zakje gaan zaaien, worden ook zij belast met bijzaken. Een leuke manier om een opdracht af te vinken: dat zit er alvast op!