De paarse morgenster: een typisch Gronings plantje, met een rijke, vooral culinaire geschiedenis. Als je er vroeg bij bent, op een zonnige ochtend, kun je ze bloeiend tegenkomen. Want zoals de naam al aangeeft, is deze paarse, stervormige bloem alleen in de vroege morgen geopend. De eerste planten beginnen rond deze tijd met bloeien.
Eetbare wortel
De paarse morgenster komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en werd sinds de oudheid gekweekt vanwege zijn eetbare wortel. Als ‘haverwortel’ breidde de groente zich langzaam uit naar Midden- en Noord-Europa. In Nederland werd de paarse morgenster veel geteeld op de kleigronden in Groningen en Zeeland. De voedzame wortel zou goed zijn voor een koude verwaterde maag en tuberculose-patiënten snel helpen aansterken. De wortelstokken werden zelfs gebruikt als surrogaatkoffie, terwijl ook de bladeren van de paarse morgenster kunnen worden gegeten. Na de 17de eeuw verdrong de beter houdbare schorseneer de paarse morgenster grotendeels als groente.
Als wilde plant is de paarse morgenster in Groningen behouden gebleven. Je treft de paarse morgenster nu nog vooral aan in hooiweiden, bermen en dijken in kleigebieden. Daar is de plant vooral te vinden tussen veldlathyrussen, kleine ratelaar en vogelwikke.