Nederlandse en Duitse Europarlementariërs hebben op 10 oktober in Brussel ontbeten met bestuurders en topambtenaren uit het noordelijk Nederlands-Duitse grensgebied en andere delen van Europa. Het ontbijt vond plaats in het kader van de jaarlijkse 'Europese week van de regio's en steden' en bood de noordelijke grensregio de kans zich te presenteren op het gebied van mobiliteitsinnovatie en de energietransitie.

Belang grensregio

Het ontbijt werd georganiseerd op initiatief van de Europarlementariërs Wim van de Camp (CDA), Matthijs van Miltenburg (D66) en de Duitse Europarlementariërs Tiemo Wölken (SDP) en Michael Cramer (Bündnis 90/Die Grünen). Namens de provincie was Fleur Gräper-van Koolwijk aanwezig. Ze benadrukte waarom de noordelijke grensregio van belang is voor Europa: "Noord-Nederland - thuis van bijna twee miljoen mensen- heeft veel te bieden. Voeg de provincie Overijssel en het grensgebied van Nedersaksen toe en er is een omvangrijke regio die het kernnetwerk kan versterken. De diversiteit in dit gebied is ideaal om innovatieve mobiliteitsoplossingen in een echte leefomgeving te testen: een Living Lab."

Meer Europees geld

De conclusie van het ontbijt was dat Noord-Nederland zich samen met de Duitse deelstaat Nedersaksen gaat inzetten voor meer geld uit Europa, voor het onderliggende netwerk in deze regio. De vier Europarlementariërs zullen waar nodig de initiatieven van de regio verder op weg helpen.