Dit was een weekje waarin ik veel in Leeuwarden kwam. Vier keer, om precies te zijn. Het programma 'Naar een rijke Waddenzee', de stuurgroep Lauwersmeer, een overleg met de landbouwgedeputeerden van Friesland en Drenthe en een vergadering over de afspraken met garnalenvissers over natuurherstel in het Wad en hun toekomst.
In Assen ontmoette ik mensen van DLG, de Rijksdienst Landelijk Gebied die wordt opgeheven. Samen met Drenthe willen we DLG-medewerkers overnemen, want er is in beide provincies nog genoeg te doen aan natuurontwikkeling de komende jaren.
Donderdag bezoek ik Westerwolde, waar de gebiedscommissie een delegatie uit het Zuider-Westerkwartier uitlegt hoe Westerwolde wordt ingericht. Ingrepen in het waterbeheer gaan er samen met natuurontwikkeling. Of andersom, het is maar hoe je het bekijkt.
In het Zuidelijke deel van het Westerkwartier willen we ook natuur inrichten en delen van landbouwgrond mogelijk gebruiken als het een periode hard regent voor waterberging. Dat zijn forse veranderingen. Ik begrijp goed dat inwoners en gebruikers van de grond, zoals boeren, daar het fijne van willen weten.
Ook dit keer raak ik weer onder de indruk van het gebied. Wat is het een prachtige streek. We moeten veel meer mensen gaan interesseren voor al het moois hier, denk ik als ik de Gasterij Natuurlijk Smeerling verlaat. Binnenkort maar eens met alle beheerders van onze natuurgebieden over hebben: hoe zetten we die beter in de etalage?