De Rijksoverheid en provincies gaan in hun bedrijfsrestaurants meer Nederlandse producten aanbieden. Dat heeft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgesproken met de gedeputeerden van elf provincies. Zij tekenden hiervoor op 5 oktober de greendeal ‘Eten uit de Korte Keten’.
Korte Keten
De Tweede Kamer nam in november 2019 een motie aan om te bevorderen dat er meer Nederlandse (streek)producten in de restaurants van de Tweede Kamer werden aangeboden. De overheid wil dat er meer lokaal geproduceerd voedsel wordt gegeten en dat producten een minder lange weg hoeven af te leggen voordat ze op het bord belanden. Dit wordt de 'korte keten' genoemd. Deze korte keten is goed voor Nederlandse boeren en producenten. Het Rijk en de provincies willen met lokale producten in hun bedrijfsrestaurants zelf het goede voorbeeld geven. Ze roepen andere overheden, bedrijven en organisaties op om hun voorbeeld te volgen.
Boer en burger
Boeren kunnen er niet alleen voor zorgen dat er meer lokaal geproduceerd voedsel wordt gegeten. Daar hebben ze andere partijen bij nodig, zoals overheden en de consument. Onderwerpen als logistiek (hoeveelheid en kosten), leveringszekerheid, het bereiken van consumenten en de afzetmarkt zijn hierbij van belang. Door meer lokale producten te eten ontstaat er meer verbinding tussen de boer en de burger. In de loop van de tijd is door schaalvergroting van productie door boeren, door verstedelijking en de afname van de agrarische beroepsbevolking meer afstand ontstaan tussen boeren en burgers. Consumenten weten vaak niet waar hun eten vandaan komt en boeren en tuinders voelen zich niet altijd gewaardeerd. De bedoeling is dat de consument voedsel meer gaat waarderen en meer gaat beseffen wat de invloed van voedselproductie voor onze leefomgeving is. Ook kunnen lokale boeren en tuinders op deze manier meer verdienen.