Koninklijke aandacht voor de landbouw

Afgelopen dinsdag had ik de eer om het koninklijk paar rond iets te mogen vertellen over de Innovatieagenda Veenkoloniën. Koning Willem-Alexander en koningin Maximá startten hun bezoek aan het Veenkoloniaal museum in Veendam, om daar de geschiedenis van de regio te leren kennen. Daarna legde ik de link naar de toekomst.

 

Afgelopen dinsdag had ik de eer om het koninklijk paar rond iets te mogen vertellen over de Innovatieagenda Veenkoloniën. Koning Willem-Alexander en koningin Maximá startten hun bezoek aan het Veenkoloniaal museum in Veendam, om daar de geschiedenis van de regio te leren kennen. Daarna legde ik de link naar de toekomst.
 
Die toekomst hangt mede af van de uitkomsten van de Innovatieagenda Veenkoloniën. Bedrijven presenteerden aan vijf tafels hun projecten die we in het kader van de Innovatieagenda uitvoeren. Per tafel was er 10 minuten uitgetrokken voor vragen van het Koninklijk paar. Maar omdat Willem-Alexander en Maximá elk hun weg gingen, kreeg elk tafeltje tweemaal bezoek. Alles verliep in een erg rustige sfeer, met veel belangstelling en slimme vragen van de koning en koningin.
 
Ze hadden zich goed voorbereid en het programma verliep precies zoals we het in de dagen en maanden ervoor hadden bedacht. Het draaiboek was tot op de minuut uitgeschreven. En uitgevoerd dus. Het liep allemaal op rolletjes, doordat iedereen er enthousiast aan meewerkte en opgetogen was over het bezoek.
 
Die positieve sfeer was er ook na afloop. En inderdaad, het zijn leuke mensen. Diep respect zoals zij hun rol vervullen.
 
De dag erna behandelde de Statencommissie Ruimte, Natuur en Leefbaarheid de plannen die het college heeft met Blauwestad. We laten 'het gedoe', zoals het Dagblad van het Noorden schreef, achter ons door een nieuwe koers in te slaan. Het mooie is dat er een meerderheid in Provinciale Staten is die de plannen omhelst, zodat we binnenkort ook echt kunnen beginnen. Het projectbureau, met de directeur Johan Koopmans voorop, kan niet wachten.
 
Donderdagmiddag heb ik de nieuwe naam van DLGmogen onthullen. DLG houdt per 1 maart op te bestaan, de verwerving en inrichting van grond voor natuur komt dan in handen van Prolander (want dat is de naam). Dat doet Prolander niet alleen voor de provincie Groningen, maar ook voor Drenthe. En dat is uniek, want nergens anders in Nederland nemen twee provincies samen een deel van DLG over. 
 
DLG was een rijksdienst, waarvan nu dus zo'n 80 medewerkers exclusief voor Groningen en Drenthe aan de slag gaat. Er is genoeg te doen, want samen zijn we goed voor ruim 6000 hectare nieuwe natuur die nog moet worden aangekocht en mooi gemaakt.
 
De hele operatie is soepel verlopen. Achter de schermen is hard gewerkt, zodat Prolander vanaf 2 maart aan de slag kan. Ik zal ze in elk geval die dag van harte welkom heten. We hebben werk genoeg te doen voor deze nieuwe mensen!