Het concept-tussenbericht aan staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu stond op de agenda van het wekelijkse functioneel overleg met gedeputeerde Rudi Slager. Ik begon de week daarom als gast van dit overleg. De gedeputeerde stemde in met het tussenbericht en een dag later deed het college van Gedeputeerde Staten dat ook. Op 30 maart kon daardoor het tussenbericht namens het bestuur van de Vereniging van Groninger Gemeenten en Gedeputeerde Staten naar de staatssecretaris verzonden worden. Precies op tijd voor de deadline van 31 maart. Via VNG-kanalen hoorde ik dat de staatssecretaris op 30 maart nog maar uit twee provincies tussenberichten had ontvangen. Dus wij zijn zeker niet de laatste.
’s Middags heb ik de financiële controller van de provincie, Donna van Heukelem, bijgepraat over ons project.
Aan het einde van de middag ben ik met Liesbeth Groote Schaarsberg naar Uithuizen gegaan voor het overleg tussen de DEAL-gemeenten en de provincie. Wij hebben in het gemeentehuis van Eemsmond weer een stap voorwaarts gezet, maar zijn er nog niet helemaal uit.
Dinsdag projectgroepvergadering gehad. De gesprekken van de afgelopen twee weken teruggekoppeld en gediscussieerd over het vervolg.
Dinsdagmiddag werkoverleg met mijn afdelingshoofd Johan Koopmans en naar het afscheid geweest van gedeputeerde Douwe Hollenga. Hij had voor ‘zijn medewerkers’ een afscheidsbijeenkomst georganiseerd in het bowlingcentrum aan het Gedempte Kattendiep. Hollenga was verantwoordelijk voor de coördinatie van het gebiedenbeleid en in mijn vorige functie als afdelingshoofd had ik in die hoedanigheid met hem samengewerkt. De hoogtepunten uit zijn loopbaan als gedeputeerde passeerden de revue in de vorm van een kwartetspel. Leuk!
Op woensdag nog meer afscheid. De afdeling Omgevingsbeleid/Projectbureau, waarin ik werk, wordt de komende maanden in het kader van de bezuinigingen gehalveerd, vooral omdat ons college minder accent legt op het gebiedenbeleid. Dat betekent dat de helft van mijn collega’s een andere plaats dan wel functie binnen of buiten onze organisatie krijgt. Woensdag waren dat er vier. Toch wel gek zo’n leeglopende afdeling.
Donderdag en vrijdag vooral bezig geweest met de discussies die nu nog lopen over het takenpakket en de organisatievorm. Als kerngroep zijn wij er klaar voor om het advies in procedure te brengen, maar dan moeten eerst de gesprekken zijn afgerond. Ondertussen constateren wij dat de tijd begint te dringen. Wij hebben nu ongeveer een maand vertraging opgelopen en de deadline voor het eindbericht over het regionaal maatwerk en het bottom up-proces aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 31 mei, zoals die is afgesproken in het landelijk overleg, nadert met rasse schreden. Ik heb alvast een detailplanning gemaakt en ben daar toch wel een beetje van geschrokken. Met het oog op de proceduretijd moet het concept-eindbericht al medio april in de projectgroep worden besproken. Ik heb ook de planning gemaakt voor het opstellen van het projectplan voor de volgende fasen. Ook dat moet op korte termijn worden geschreven om na de zomervakantie direct aan de slag te kunnen.
Donderdag is de uitnodiging voor het bezoek van mevrouw Sybilla Dekker aan onze provincie de deur uitgegaan. Zij is bestuurlijk boegbeeld van het landelijke programma voor de vorming van de RUD’s en maakt een tour langs alle provincies. Op 20 april heeft zij een ontmoeting met de wethouders, de nieuwe gedeputeerde, de provinciesecretaris en de ‘coördinerend gemeentesecretaris RUD’.
Vrijdagmorgen een goed telefoongesprek gehad met wethouder Anneke Duit van de gemeente Pekela over de vragen die zij heeft bij de vorming van de RUD en vooral ook over de gevolgen daarvan voor haar eigen organisatie. Anneke en ik hebben daar openhartig over van gedachten gewisseld. Het is een vraagstuk waar alle bestuurders de komende maanden voor staan.
Ondertussen hadden Jan van Dijk, Liesbeth Groote Schaarsberg en Tjeerd Piek woensdag en donderdag bijeenkomsten georganiseerd voor het invullen van de zelfevaluatietool. Hiermee kan de taakuitvoering in de eigen organisatie worden getoetst aan de kwaliteitscriteria. Na invulling wordt met een kleur (groen, oranje of rood) duidelijk in welke mate aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan. Uit een eerste korte terugkoppeling heb ik begrepen dat de bijeenkomsten goed zijn verlopen. In de projectgroepvergadering op 14 april doen de organisatoren uitgebreid verslag.