De provincie Groningen legt de bouw van de energiecentrale van RWE/Essent in de Eemshaven niet stil. Eerder deze week vernietigde de Raad van State de bouwvergunning vanwege de Natuurbeschermingswet. Volgens het college van Gedeputeerde Staten is de vergunning op een aantal punten echter aan te passen en is een bouwstop daarom niet nodig.
Vijf punten
De Raad van State bepaalde dat de provincie de verleende vergunning op vijf punten moet verbeteren. Zo moet ook de verdieping en vergroting van de Eemshaven meegenomen worden in beoordeling van de bouwvergunning voor RWE. Het hoogste gerechtsorgaan vindt bovendien dat er onderzoek moet plaatsvinden naar de mogelijke gevolgen van de uitstoot van stikstof voor de Duitse Wadden. Ook over de trillingen, veroorzaakt door het heien, en de effecten daarvan op de leefbaarheid voor de zeehonden en bruinvissen in het gebied, moet de provincie uitleg geven. Verder zijn de gevolgen van de koelwaterlozingen te mager omschreven, aldus de Raad. Tot slot moet de provincie beter motiveren of een lichtuitstraling door RWE van 0 lux op de rand van de Waddenzee, haalbaar is. Het college verwacht echter dat het deze vijf punten kan verduidelijken in de nieuwe vergunning.
Bezwaren
De overige negentien bezwaren die verschillende milieuorganisaties hadden geuit tegen de vergunning, zijn niet door de Raad van State overgenomen. Zo vindt het gerechtsorgaan dat de provincie terecht heeft bepaald dat de toename van de neerslag van stikstof op de Nederlandse Wadden, aanvaardbaar is.
Veel partijen
De effecten op de natuur zijn volgens de provincie te overzien, zodat de bouw rustig door kan gaan. Bovendien heeft de provincie ook rekening te houden met de economische ontwikkeling van het Eemsdelta-gebied. Bij de bouw van de centrale zijn veel partijen betrokken.