De vondst die amateurarcheoloog Martin van den Bosch uit Marum vorig jaar deed in Jonkersvaart, blijkt een bijzondere te zijn. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het gaat om twee zilveren sieraden uit de Vikingtijd en een bronzen Romeinse munt. De vondst is op 8 oktober gepresenteerd in het gemeentehuis van Marum. Gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk was daarbij aanwezig.
Sieraden
De sieraden die vorig jaar werden gevonden zijn onderzocht door provinciearcheoloog Henny Groenendijk en blijken van een vrouw te zijn geweest. Ze zijn hoogstwaarschijnlijk gemaakt in een Scandinavisch atelier. Archeologisch onderzoek maakt de laatste tijd steeds duidelijker dat de Vikingen niet alleen naar het vaste land van Europa kwamen om te plunderen, maar ook vreedzame contacten onderhielden met de bewoners. In december verschijnt een artikel over de vondst in Paleo-Aktueel, het jaarboek van het Groninger Instituut voor Archeologie.
Negende eeuw
De vondsten van Van den Bosch zijn uniek te noemen. De voorwerpen zijn in de negende eeuw begraven in wat toen een veengebied was. De latere Jonkersvaart was toen onderdeel van een uitgestrekt hoogveen dat lag ingeklemd tussen zandruggen. In dit veen zijn eerder, in de negentiende eeuw, muntschatten aangetroffen.
Monumentenzorg
De provincie Groningen vindt amateurarcheologen belangrijk voor de archeologische monumentenzorg. Zij maken professionele archeologen vaak attent op vondsten die anders verloren zouden gaan en dragen zo bij aan de streekgeschiedenis. Ook zijn ze belangrijk voor het draagvlak voor archeologisch onderzoek in de provincie.
Gedocumenteerd en geregistreerd
Iemand die een archeologische vondst doet, hoort dit te melden bij de provincie Groningen. De vondst wordt dan gedocumenteerd en geregistreerd in de landelijke databank Archis. De vinder mag zijn vondst wel houden.