Een project komt in aanmerking voor een bijdrage uit het budget voor het landschapsprogramma als het past binnen het toetsingskader. Daarvoor zijn onderstaande basisregels opgesteld.
Doelstelling van het project
Projecten moeten de relatie tussen dorpen en het omliggende landschap verbeteren en/of landschappelijke structuren versterken (of de beleving daarvan); het gaat nadrukkelijk om een landschappelijke plus. In principe wordt bebouwing of regulier/achterstallig beheer en onderhoud niet gefinancierd, tenzij het gaat om cultuurhistorisch waardevolle objecten.
Het project draagt bij aan minstens één van de thema's in het programmaplan: dorpen, beplantingen, dijken, watergangen of historische terreinen en wierden.
Het project past binnen landschapsbeleid zoals vastgelegd in de provinciale omgevingsvisie.
Het projectresultaat is te beleven: het is zichtbaar en bij voorkeur publiek toegankelijk. Projecten moeten nut hebben voor inwoners.
Het project vindt plaats binnen 1,5 km (puntobjecten) of 5 km (structuren) van de hoogspanningsverbinding. Zolang de provinciale cofinanciering beschikbaar is komen ook structuren binnen 6 km in aanmerking.
Pre: het project draagt ook bij aan andere doelen als natuur, recreatie, leefbaarheid, water en duurzaamheid.
Pre: het project draagt bij aan een lokale visie of plan. Bijvoorbeeld een dorpsvisie of gebiedsagenda.